’s Avonds dineren we op Frederiksdorp. Marcel Hagemeijer
van Frederiksdorp komt aan er het eind van het diner bijzitten. Vroeger was de
plantage in bedrijf en had men veeteelt. Eind jaren 80 is men gestopt en
overgegaan op toerisme. Hij licht de economische en arbeidsmarktsituatie toe in
Suriname, waar 60% van de 500.000 zielen ambtenaar is. Duidelijk wordt dat
ondernemen met personeel niet eenvoudig is. We spreken met hem over de
mogelijkheden om vertrekkers (zeilers) die naar Suriname reizen aan te trekken.
Als we over de natuur spreken zegt hij dat de kaaimannen in de poelen van de
achtertuin zitten. Dat willen we zien dus maken we een kleine expeditie met
zaklampen en zien al gauw 3 kaaimannen, 2 kleintjes en 1 van ongeveer een meter.
We nemen afscheid en slapen aan boord van de Pooh.
’s Ochtends kijken en luisteren we naar het ontwaken van
de natuur, natuurlijk horen we de Grietjebie maar we zien veel andere volgens
waaronder papegaaien overkomen. Hennie wil met het inkomend tij nog een stukje
expeditie varen en kijken of we plantage Alliance kunnen bereiken. Het laatste
stuk moeten we een kleine zijarm van de Commewijne op. De Pooh voelt dan wel
groot aan. Door de bocht zien we Alliance liggen en net voor de
hoogspanningskabels over de rivier draait Hennie de Pooh en leggen we aan op de
hoofdsteiger. We trekken wel bekijks. Wandelend door het grotendeels Javaanse
dorp zien we eenvoudige houten huizen van de arbeiders. Het originele
plantagehuis wordt gerestaureerd. We worden aangesproken door een Javaanse man
die in zijn deur staat en raken aan de praat. Hij werkt op de (citrus)plantage
maar heeft nu verlof. In zijn tuin staat een boom met pompelmoes en we plukken
er een om te proeven. Erg lekker en fris. In het lokale winkeltje kopen we
eieren en een blikje champignons voor een dikke omelet. Met het tij mee varen
we terug naar de splitsing tussen de Commewijne en Surinamerivier en varen
richting Paramaribo. Aan de rechteroever zien we Fort Zeelandia opdoemen.
Volgens de Maritieme Autoriteit Suriname moeten we ons melden bij de Nieuwe
Haven. Daar aangekomen wordt niet gereageerd op onze oproepen en varen we
uiteindelijke terug naar Hotel Torarica waar we voor anker gaan. Achter ons
ligt een Nederlander met een mijnenveger van 40 jaar. Hij heeft horrorverhalen
over de immigratieprocedure en de kosten die het hotel vraagt voor gebruik van
de faciliteiten (40 USD pp). Even overwegen we om naar Domburg door te varen
maar Yorick en Sjoerd gaan aan wal om te spreken met het hotel. Bij terugkomst
blijkt het reuze mee te vallen. Men vraag 50 USD per schip en dat lijkt ons
heel redelijk. We gaan aan wal, spreken met een taxichauffeur met een busje af
dat hij ons morgenochtend om 8 uur oppikt. Dan gaan we chinees eten bij Palm
Palace dat ik nog ken van het feest van mijn tante vorig jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten